Naast alle optredens die ik met mijn band MUCK afwerk, houd ik naast het muzikantenleven ook van hele burgerlijke dingen….. Iedere maand presenteert Björn Velthuizen, gitarist van de Dolderse band MUCK, dé soundtrack van Den Dolder.

Ik houd dus van  vissen, werken in de tuin, horroravonden en koken. Daar hoort natuurlijk ook een vogelexcursie bij.

Los van het feit dat ik naast de vogeltjes in mijn tuin, weinig met vogels heb, kreeg ik deze excursie cadeau en ging ik met mijn vriendin vanuit Enkhuizen met een zeilboot vol vogelaars naar de Markerwadden. Wie kent ze niet?

Zoals een echte vogelaar werden we bij vertrek uitgerust met een verrekijker, zodat ons geen enkele vogel zou ontgaan. We waren de haven nog niet uit, toen plots de oppervogelaar een reiger aan de kant zag zitten, waarna  alle vogelaars naar bakboord kwamen om dit beest met hun verrekijkers te bekijken. Best leuk zo’n reiger maar enthousiaste reactie van de vijftig vogelaars vonden we toch redelijk bizar. En daarna wat parende meerkoetjes.

Kijk dat mannetje eens heerlijk stoer doen! Kijk ze lekker snavelen!

Yep, dit dreigde een hele lange dag te gaan worden. Na wat ongemakkelijke grapjes vanuit onze kant waar niemand om kon lachen, kwamen we er al redelijk snel achter dat we in een heel bijzonder gezelschap opgescheept zaten.

Na een zeiltocht van ongeveer twee uur (blijkbaar wind tegen), werden de passagiers van de driemaster steeds onrustiger en kwamen we uiteindelijk aan in het beloofde vogelparadijs. Moet je voorstellen; drie uur lang op een onbewoond eiland met vijftig hitsige vogelaars. Wie wil dat nou niet?

Hoe zijn we in deze situatie beland. We konden er eigenlijk ook wel om lachen.

Maar na aankomst besloten we een klein stukje met de groep mee te lopen. Op elke meter zagen ze wel een vogeltje, waarna er vijftig kijkers op het vogeltje werden gericht. Als het vogeltje bleek van de schrik weg vloog, liepen we weer een metertje verder waarna ze weer een andere fladderaar zagen. Dit hielden wij natuurlijk niet lang vol.

Na een half uur en ongeveer dertig vogeltjes verder, besloten we het eiland op eigen houtje te ontdekken en belandden we na een uur in het restaurant met bar. Hier hebben we gewacht tot alle vogelaars zich op maakte voor de terugreis.

Op de terugreis leerde ik deze mensen wat beter begrijpen, ook omdat ze bier en wijn schonken.

Dit brak voor beide partijen het ijs en begonnen we met elkaar te praten over wat ze nu wel en wat ze nu niet hadden gezien. Op het eiland had ik één of andere vogel gezien (roerdomp) die blijkbaar zeldzaam was. Er werd een zwikkie encyclopedieën bij gepakt om te bevestigen wat ik nu daadwerkelijk had gezien. Ook werd zijn lokroep door een vrouw met paarse lippenstift, kralenketting, donzig haar en een rood wijntje in haar hand nagedaan, en niet onverdienstelijk. Ik was in één klap de held van de boot want ik had de roerdomp gezien. Ik weet het eigenlijk niet eens zeker, maar dat heb ik ze natuurlijk niet verteld.

De teleurstelling van de gemiste roerdomp was groot onder mijn vogelvrinden, waarna een oude wijze vogelaar iets troostend zei wat ik heel mooi vond:

Het gaat er níet om wat je niet ziet, maar het gaat er juist om wat je wél hebt gezien”.

Wat mij betreft deze zin direct op een tegeltje klappen. Uiteindelijk hebben we veel geleerd en gelachen, waardoor de twee uur terugzeilen zelfs kort leken.

Deze boottrip deed mij achteraf denken aan het nummer Calypso uit 1975, geschreven en gezongen door John Denver. Mijn ouders draaide dit nummer vroeger vaak. Het gaat over het onderzoekschip Calypso van de Franse wetenschapper Jacques Cousteau, waarmee hij de hele wereld over voer. In search of the questions, the answers unknown. Dat was precies wat wij op deze dag aan het doen waren. Waar de hele boot geïnteresseerd was in de vogels, onderzochten wij deze dag juist de in onze ogen vreemde vogelaars.